abstract
ik wil schrijven als een schilder
lagen leggen in een landschap
het paletmes proper maken
als de woorden zijn vertolkt
ik wil in bedekte termen
grijs en zwart in paden tonen
tussen complementaire kleuren
toch het leven nuanceren
ik wil met geschrapte zinnen
mijn oude dorp daar in de verte
penselen met doorleefde verve
de verve van een dichter
Je wilde al zo lang terug (voorjaar 2020) |
tegenlicht |
kon ik met pigmenten het leven verwoorden |
tinten stelen van blozende bloesems |
met oude penselen de zomer beloven |
dan zou ik het licht achter schaduw tonen |
met misschien wel verborgen talent |
wegschuifbaby |
je zoekt tot aan de andere kant van de aarde |
vergelijkt elke oogopslag met die van jou |
soms had ze het bijna kunnen zijn je hield haar |
tot je zeker wist dat ze het echt niet was |
je probeert vergeefs het luik te sluiten |
waarachter je bent neergelegd |
ze nam het puzzelstukje mee |
het onaantastbare bewijs dat ze je wilde halen |
je zoekt tot aan de andere kant van de aarde |
blijft hopen dat ze ook aan jou denkt |
al je onvervulde dagen |
haiku 1 |
dapper roodborstje |
ik behoed je voor de kat |
tik tegen het raam |
haiku 2 |
hemels getwitter |
het tuinconcert is gratis |
er is geen wifi |
melancholie |
soms treur ik om mijn eigen dood |
ik zie mezelf in het avondrood |
de lakens van de lijn afhalen |
ze zijn nog lang niet droog |
ik zie me mijn geliefden kussen |
bevreesd voor hoe ik ze achterlaat |
ontredderd misschien onbeholpen |
niet dat ik me onmisbaar waan |
niet dat ik angst voel om te gaan |
maar veel is nog onuitgesproken |
en veel is nog niet afgemaakt |
soms treur ik om mijn eigen dood |
oversteek |
je vacht glanst in de ochtendzon |
nog even tot het dof verval |
je lapjeslijf beslaat |
ik heb je naar je doos gedragen |
het oud papier eruit gegooid |
je gewikkeld in een laken |
ergens aan een harde bumper |
plakken nog spetters bloed |
vanavond is het afgespoeld |
nog een schep zand over het remspoor |
meer is het niet dat was het dan |
gras is niet groener aan de overkant |
route |
ik hou van dit ontjagend pad |
de trage voetstappen in grint |
het luie lomen in de lommer |
op achteruit leunende banken |
verkwansel ik mijn uren |
de beek murmelt gestaag verder |
altijd op zoek naar breder sneller |
voordat haar levensloop verdampt |
misschien is ze de wereld rond |
als straks de nachten lengen |
er hangt iets in de lucht dat |
zinderend de weg vindt naar een lezer |
in smetteloos wit pak toont |
de hibiscus zijn karmijnrood hart |
alles vlindert rondom hem het is zijn dag |
zijn pak had lila kunnen zijn |
of paars als dat van zijn gebuur |
of roze hetgeen zijn neef graag draagt |
of misschien gemêleerd |
voor hem zijn dat geen vragen |
hij is zoals hij is een heer |
fier en flamboyant kleurt hij |
voor ons de zwoele zomerdagen |
keerpunt |
we zaten aan de keukentafel |
de soep was amper uitgeschept |
er hing nog kookdamp op de ramen |
zo'n dag was het een dag voor binnen |
voor warmte van de eigen haard |
het sterkste wat ik me herinner |
is de vanzelfsprekendheid |
het grootse van de kleine dingen |
tot vlak voordat de boodschap kwam |
het is nooit meer teruggekomen |
nadat we het hadden vernomen |
Sas 5 |
De winkel van Marie is dicht, |
koolteerluchtjes zijn verbannen, |
maar voor de oude schippersherberg |
staan de parasols weer open. |
De sluis versast de zomerboten. |
Het ijzerwerk van zijn lekke deuren |
draagt toeristisch blauw. |
Wij varen mee op het terras, |
kennen de trucs van het manoeuvreren. |
De beste stuurlui staan aan wal. |
Kom we drinken nog een laatste. |
Misschien schuift er een kempenaar, |
eentje die nauwelijks lijkt te passen, |
tussen de met alg begroeide muren. |
Hier mag de zomer eeuwig duren. |
Greta |
ze spijbelt haar verloren jeugd |
is geen kind maar ook geen vrouw |
misschien is ze nooit kind geweest |
ze reist over gebarsten aarde |
in ontgroeide meisjesschoenen |
sleept volgers in haar kielzog mee |
de wereld torst veel spijbelaars |
de wereld torst vervloekers |
de wereld torst zijn twijfelaars |
op overspoelde pleinen drijven |
vlonders richting zee |
naar jou |
ik keer zo vaak terug |
daar waar jij bent vind ik mezelf |
je tekent cijfers op de stoep |
hinkelt je wangen rood |
wat word je groot |
het krijt is hier al weggespoeld |
maar bij jou heeft het geen kleur verloren |
pas op dat je niet valt mijn kind |
ik strik opnieuw je veters |
tel hardop mee 1...2... |
de laatsten |
zelf ben ik een zondagskind |
op de juiste plaats en tijd geboren |
ik kan hier tot de einder lopen |
vrij van prikkeldraad of muren |
ik ken de verhalen slechts uit lessen |
van films uit rouwzwarte archieven |
uit een pril dagboek achter een |
valse wand geschreven |
een handjevol getuigen rest nog |
ze zijn van heinde en ver gekomen |
in burger of in oorlogsmaatpak |
medailles op de loden jassen |
hun broze strijdlust is aanwezig |
ze wijzen naar de nieuwe vijand |
de nieuwe vijand heet vergeten |
voor mijn tijger |
je hebt dat speelse nog zelfgenoegzaam klauw je |
naar de linten van mijn kleed |
toch zijn jouw botten even stijf als die in |
mijn vertraagde lijf |
samen kraken we de trap op wat is een mens |
als er niets dierlijks is in huis |
nee je mag niet mee naar binnen je slaapt al bijna |
zeven levens voor de dichte deur |
dat blijft zo al ben je een charmeur |
je krijgt een aai over je kop |
tot morgen dan maar weer |
sta alsjeblieft gezond weer op |
verzoek van moeder aarde |
Eervolle vermelding gedichtenwedstrijd poëziepad van Avelgem tot Zwevegem 2020 |
we zijn elkaar ontgroeid |
ik zoek je ogen kijk me aan |
hoe lang is het geleden |
dat je liggend in mijn gras |
me voorlas uit de onrust |
van mijn wolken |
je blijft mijn eregast |
ik rol de rode loper uit |
over mijn blote bast |
ik geraak uit evenwicht |
wil je me gadeslaan |
er groeit een metropool |
in de voorstad van mijn hart |
on(w)aardig |
er drijft een bolster in de sloot |
leeg omhulsel in beklijvend kroos |
in verregaande staat van nooit ontbinden |
passanten willen hem niet vinden |
gaan er achteloos aan voorbij |
misschien dat later spelende kinderen |
of de kinderen van hun kinderen |
wel wat aardiger zullen zijn |
hem uit het stinkende water dreggen |
en laten drogen op de walkant |
naast vele vele soortgenoten |
momentopname |
weet je nog ik heb je toen verslonden |
onze keuken was bij uitstek de plaats voor zoete pijn |
de kinderen sliepen en het gestolen uur |
nam onze harde woorden weg |
het afwaswater was al koud |
toen we als vanouds weer streden |
het ging kolkend door het afvoerputje |
met de illusie die we deelden |
je wilde al zo lang terug |
je wilde al zolang terug |
de stad ligt achter je verstomd |
je beent de stilte achterna |
ze bleef je altijd een stap voor |
het oude duinpad lijkt verschoven |
maar in de verte wenkt een kind |
je volgt tot je jezelf herkent |
snokkend plaagt de wind je vlieger |
het touw snijdt in je vingers |
dit keer ben jij sterker |
je viert je draak hoger en verder |
het lijkt of niets er hier toe doet |
de vloedlijn wist je voet na voet |
onmacht |
ze heeft de baby's opgestapeld |
vier poppen op een zwenkende rollator |
kom niet te dicht want ze bewaakt ze |
met de ogen van een havik |
soms duwt ze met nog brute kracht |
haar overladen kinderwagen |
tussen de trage deur |
we kunnen haar niet buiten laten |
we rijden terug naar huis |
herhalen onderweg ze zit daar goed |
langs huizen en langs weidse velden |
komen we weer op adem |
op voorschot |
laat ons doen alsof nu later is |
die zee van tijd alvast bevaren |
we stellen ons kompas af |
koersen naar onbekende havens |
we hoeven nergens lang te blijven |
vertrekken als ons niets meer boeit |
als roeiers die naar zee toe willen |
maar 's avonds alweer thuis zijn |
in vergrijsde boekendorpen zijn reisgidsen |
te vinden waarin we grenzeloos verdwalen |
we kruisen oude zijderoutes |
betreden tempels op gewassen voeten |
laat ons voordat we stram en traag zijn |
voor onze dromen al verjaard zijn |
die zee van tijd alvast bevaren |
winterhaiku |
nachten vlinteren |
gebloemd kant op mijn ramen |
dun als jouw adem |
kerstlimerick |
een stokoude kerstman uit Mol |
herschreef voor zichzelf het protocol |
hij shopt nu zeer duurzaam |
al gaat het wat langzaam |
hij krijgt zo zijn slee ook wel vol |
zonder titel (1) |
laten we werken aan dat land |
het land dat we ons wensen |
een land dat nergens op de kaart ... |
laten we werken aan dat huis |
het huis met de lichte kamers |
waar familie vrienden vreemden |
welkom zijn te allen dage |
laten we luisteren naar elkaar |
moed putten uit ontluikende verhalen |
bij geuren van gastvrij geroosterd brood |
laten we tijd vergaren |
tijd die ons ontbreekt |
laten we zelf het nieuwe jaar maken |
winterblues |
je bent de mantel allang beu |
zijn schutkleur hangt als lood |
over je schouders |
ergens hangt een lentekleed |
met bloesems ver boven de knie |
je weet niet hoeveel wentelingen |
de aarde nog moet maken voor |
het weer past om het te dragen |
elke morgenstond opnieuw |
zoek je goudomrande wolken |
drijvend in zeeblauw |
en verlangend rood |
op zeldzame momenten |
geeft het voorjaar zich terug bloot |
heel even want het wil naar huis |
nog voor het regent voor het stormt |
Vraag en antwoord |
Mag ik je tedere zang vertalen? |
Je zijden klank draagt poëzie, |
ik wil het schenken aan mijn lief. |
Wil jij mijn minnelied begrijpen, |
je rijgen aan mijn ranke vleugels, |
worstelen met twijgen voor een nest? |
Leer eerst de zwaartekracht omzeilen, |
tegen de wind in tak na tak, |
voor het lente is kun je bezwijken. |
Je mag niet bang zijn om te falen. |
Als je dan vliegt zonder mijn vlerken, |
kun je mijn minnelied vertalen. |
thuiskomst |
soms wil ik ver van jou een ander bed beslapen |
laat ik je achter met verlaten kamers |
kwalijk neem je het me nooit |
wel ben je anders bij mijn terugkeer |
je lijkt opgeruimder lichter |
opnieuw zal ik voor je charmes zwichten |
ik spoel mijn stof af van het reizen |
het water mag tot aan de rand |
nergens is een badkamer zo eigen |
Alle teksten © 1999-2024 Jacqueline Booij Alle rechten voorbehouden, niets van deze website mag overgenomen worden zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Jacqueline Booij. |
Website © 2019-2024 S. Girard |
Bundels niet te koop. Voor eigen gebruik gemaakt, zonder winstoogmerk! |